Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [7]Mengt u niet met hen; want Ik zal u van hun land niet geven, ook niet [8]tot de betreding van een voetzool; want Ik heb Ezau het gebergte Seir ter erfenis [9]gegeven. 7. Te weten, ten strijde, dat gij u met hen in oorlog zoudt begeven; gelijk onder, vs.9,24. Wat nu naderhand contrarie geschied is, daartoe hebben de Edomieten, Ammonieten en Moabieten door hun vijandschap oorzaak gegeven. Zie 1 Sam.14:47; 2 Sam.8:14; 1 Kon.11:15,16; 2 Kon.8:21; 2 Kron.20:2,10,11; Ps.83:7,8,9, enz. Vergelijk 2 Sam.8:2. 8. Dat is, zoveel de plant van een voet betreden mag. 9. Zie Gen.36:8.